Slaap-waakstoornissen

Er is sprake van chronische slapeloosheid als slaap-waakklachten minstens drie keer per week optreden en gepaard gaan met aantoonbare problemen - vermoeidheid, slaperigheid, concentratieproblemen en prikkelbaarheid - overdag gedurende minimaal drie maanden. Kempenhaeghe deelt slaapstoornissen in op basis van de door de patiënt genoemde klachten:

Slecht slapen ’s nachts
Slecht slapen heeft vaak te maken met problemen met inslapen en doorslapen en te vroeg wakker worden. Piekeren, stress, angst - en mogelijk een depressie - kunnen het slapen bemoeilijken. Ook verkeerde slaapgewoonten kunnen leiden tot slaapproblemen. Tevens kunnen er lichamelijke klachten in het spel zijn, zoals een ademhalingsstoornis tijdens de slaap (slaapapneu) of het syndroom van onrustige benen.

Vergrote slaperigheid overdag
Sommige mensen hebben overdag last van vergrote slaperigheid en vermoeidheid. Een deel daarvan valt overdag op willekeurige momenten in slaap zonder dat men bij machte is dat tegen te gaan. Deze mensen kunnen last hebben van de zeldzame aandoening narcolepsie of zij zijn ten gevolge van een ademhalingsstoornis tijdens de slaap (slaapapneu) of het syndroom van onrustige benen oververmoeid geraakt. De vergrote slaperigheid wordt soms veroorzaakt door een onregelmatig levenspatroon of het gebruik van medicijnen.

Verstoringen van het slaap-waakritme
Aan de onderzijde van de hersenen ligt een biologische klok die het slaap-waakritme regelt. Die klok is bij ieder mens anders ingesteld. Via de ogen reageert dit regulatiecentrum in de hersenen op veranderingen in de lichtintensiteit van de buitenwereld die van invloed zijn op het tijdstip van inslapen en wakker worden. De biologische klok kan ontregeld worden, bijvoorbeeld door lang uitslapen, een ‘jet-lag’ of door het werken in ploegendienst. Bij sommige mensen wijkt die biologische klok van nature af van het maatschappelijke ritme (kantoor- en schooluren). Dat kan hun functioneren ernstig belemmeren.

Ongewenste gedragingen ’s nachts
Hierbij kan gedacht worden aan slaapwandelen, angstaanvallen, bedplassen, tandenknarsen en onrustig gedrag tijdens de droomslaap. Deze - veelal ‘onschuldige’ - verschijnselen komen vooral voor bij kinderen, maar soms ook bij volwassenen. Naar schatting heeft vijf tot zeven procent van de mensen in Nederland last van een chronische slaap- en waakstoornis. Voor de meesten van deze patiënten is behandeling of begeleiding door een huisarts of specialist effectief. Soms is de stoornis zo gecompliceerd dat onderzoek en/of behandeling in een gespecialiseerd centrum voor slaap- en waakstoornissen nodig is. Kempenhaeghe is zo’n centrum.